Hallo, mijn naam is Jonathan. Vandaag is het eindelijk zover, mijn 13e verjaardag. In de wereld van Gielinor is het de gewoonte om op je 13e verjaardag weg te gaan bij je ouders, om als avonturier carrière te maken. Het is wel gevaarlijk, een leven als avonturier. Je moet oppassen voor monsters, vallen en om over vergiftiging nog niet te spreken! Gelukkig had ik de beste ouders om me er op voor te bereiden. Allebei zijn het veteranen die nieuwelingen begeleiden in Lumbridge. Jazeker, mijn ouders zijn Harlan en Nemarti, instructeurs in gevechten tegen monsters en mensen. Mijn vader staat ook wel bekend als de „Meester der Verdediging”: zijn vaardigheden in de kunst van het verdedigen zijn ongeëvenaard. Mijn vader stond erop dat ik als eerste mijn vaardigheden in de kunst van het vechten ging verbeteren zodat ik mezelf beter zou kunnen redden. Nadat Harlan mij een oefenzwaard- en schild mee had gegeven ging ik op pad om de populatie goblins in Lumbridge wat te verkleinen!
Vol goede moed stapte ik het beruchte huis binnen, het huis waar de goblins zich graag begaven voor zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Ietwat roekeloos stortte ik mij op de eerste goblin en snel ging deze ter aarde, ik had mijn eerste monster gedood! Helaas had ik geen tijd om te zegevieren, plotseling stortten drie andere goblins zich op mij en moest ik vechten voor mijn leven! Ik vocht dapper en hard als de jonge man die ik was, maar het mocht niet baten. Toen er nog twee goblins geveld waren was ik te vermoeid geworden en kreeg ik een klap op mijn hoofd van de laatste goblin. Vlak voordat mijn ogen dichtvielen zag ik een zwaard op me neerkomen en wist ik dat mijn dagen geteld waren.
Of toch niet? Toen ik ontwaakte stond ik op de binnenplaats van het kasteel in Lumbridge. Mijn vader kwam grijnzend naar me toe. „En jongen hoe voel je je?” Ik had geen idee wat er gebeurd was, maar toen mijn vader het uitlegde begreep ik het enigszins. Ik was „gedood”, maar door de bescherming die de Goden bieden voor avonturiers was ik teruggebracht naar het dichtstbijzijnde veilige kasteel. Door een pact van de goden met de mensen waren de avonturiers beschermd tegen dit onheil, maar we zouden alleen van het leven verzekerd worden en alles wat we bij ons droegen niet. Tot op drie tot vijf voorwerpen na dan. Ik bedacht me dat ik toch maar even wat lessen zou nemen bij mijn vader, het zou geen kwaad kunnen dacht ik zo.
Wat is het moraal van het verhaal? Ga altijd voorbereid op monsterjacht!