Foutief, als je calcium bij azijn pleurt ontstaat er koolfstofdioxide.
Slecht antwoord hondje.
bedoel je misschien calciumcarbonaat?
W/e, ik zie dat ook maar op internet staan dat er koolstofdioxide ontstaat. :") xD Maar jouw antwoord was het sowieso niet!
ok, kan jij me dan een mechanisme voorstellen waarbij CH3COOH zn CO2 groep afsplitst onder invloed van Ca ? en waar gaat het proton naartoe?
mvg hondje
Sowieso carbonaat. :/ Is trouwens zo één van die standaardproefjes in middelbaar dacht ik: azijn over marmer gieten en kijken hoe het deels "verdampt". :p
Silfer schreef:
Weet een van de historische mensjes hier toevallig of er Indianenstammen in het Amerika van de 17e eeuw waren die net als de Puriteinen een "fast and pray" concept aanhielden?
Vasten op zich is een judaïstisch principe dus dat lijkt me sowieso onmogelijk, zeker aangezien je over de 17de eeuw spreekt. Als je breder zou kijken naar vroomheid in zijn algemeenheid dan heb je misschien meer kansen, maar ook dat lijkt me vrij moeilijk. Om te kunnen vasten/vroom te zijn heb je namelijk een constante aan voedsel/luxe nodig, iets wat niet evident is in een samenleving van jagers en verzamelaars. Onthouding is volgens mij vrij onbekend voor de meeste pantheïstische en polytheïstische religies. Kijk maar naar de offergebruiken van de Grieken.
Door uit te rekenen, kun je nagaan dat 2x^3 - 3x^2 + 10x = (x^2 - 2x + 3)(2x - 1) + 6x - 3
Je kunt hieruit niet rechtstreeks het quotiënt en de rest van de deling van 2x^3 - 3x^2 + 10x door 2x - 1 aflezen Verklaar waarom?
Voor alle duidelijkheid, dit gaat over een Euclidische deling van veeltermen. Men zou denken dat D = d * q + r dus dat het niet uitmaakt wat de q is en wat de d, aangezien het op hetzelfde uitkomt. Nou blijkbaar is dit dan toch niet. Kan iemand dit verklaren voor mij? Bedankt.
REV= Nettowinst uit gewone bedrijfsvoering (Dus na aftrek van de belasting)/Eigen vermogen * 100%
RVV= Interestkosten/Vreemd vermogen * 100%
RTV= (Resultaat uit gewone bedrijfsuitvoering (dus voor aftrek van de belasting)+ interestkosten)/Totaal vermogen * 100%
Wat me nu dwarszit: Waarom gebruik je bij het eigen vermogen nou de winst na belastingaftrek en bij totaal vermogen de winst voor belastingaftrek?
Ik heb die formules nog niet gehad maar weet deels waar je het over hebt. Ikzelf denk dat dat zo is om omdat je belasting schuldig bent bij de fiscus en de nog te betalen belasting is -zoals je neem ik aan weet0 één van de bijzondere posten op je balans. De nog te betalen belasting staat bij het kortlopend vreemd vermogen. Oftewel, het is een onderdeel van je vreemd vermogen waardoor je je winst voor belastingaftrek gebruikt.
Hopelijk kom je verder! Sowieso snap ik dat heel veel dingen van M&O je dwarszitten, want het vak is één en al prut en het loopt een jaar of veertig achter... In drie jaar tijd zijn er ongeveer 150 woorden vuil gemaakt aan e-commerce
Door uit te rekenen, kun je nagaan dat 2x^3 - 3x^2 + 10x = (x^2 - 2x + 3)(2x - 1) + 6x - 3
Je kunt hieruit niet rechtstreeks het quotiënt en de rest van de deling van 2x^3 - 3x^2 + 10x door 2x - 1 aflezen Verklaar waarom?
Voor alle duidelijkheid, dit gaat over een Euclidische deling van veeltermen. Men zou denken dat D = d * q + r dus dat het niet uitmaakt wat de q is en wat de d, aangezien het op hetzelfde uitkomt. Nou blijkbaar is dit dan toch niet. Kan iemand dit verklaren voor mij? Bedankt.
Wat bedoel je precies? Heb je een functie f(x) = 2x^3 - 3x^2 + 10x en zoek je de nulpunten? (dus f(x) = 0?) Want dan klopt je eerste vergelijking niet.
Als je de nulpunten zoekt, hoor je meteen te concluderen dat x = 0 is een oplossing voor de vergelijking f(x) = 0 en dan heb je een normale kwadratische vergelijking die je kan oplossen met de ABC-formule.
Ik ben met op dit moment bezig met tweedegraadsvergelijking maar heb wat problemen.
de vraag verkort is: 16 = 2x^2
dus dan lijk het mij dat x 4 is.
8 = x^2
4 = x
maar nu zegt mijn boek dat het ±2√2 maar ±2√2 is toch 2.8 en dan is ±2√2^2 het antwoord? ?
Je moet de vergelijking 2x^2 = 16 oplossen. Als eerste deel je door 2:
2x^2 = 16 <=> x^2 = 8 <=> x = +wortel(8) óf x = -wortel(8) <=> x = +2wortel(2) óf x= -2wortel(2)
Megareus12 schreef:
Je moet de vergelijking 2x^2 = 16 oplossen. Als eerste deel je door 2:
2x^2 = 16 <=> x^2 = 8 <=> x = +wortel(8) óf x = -wortel(8) <=> x = +2wortel(2) óf x= -2wortel(2)
Ik heb het boek Knallhart gelezen, maar nu moet ik het motto weten, maar ik kan het nergens vinden. Ik heb het boek van mijn lerares geleend en dat is ze nu kwijt, dus kan ik het niet meer opzoeken in het boek, heeft iemand Knallhart gelezen en wil diegene mij vertellen wat het motto is?
99 cooking:26 mei 2012
99 firemaking:29 juni 2012
99 woodcutting: 19 oktober 2012
99 Fishing augustus 2013
99 Runecrafting 10 augustus 2014
Straks om 13:30 herkansing betoog.. Weet iemand nog een leuke titel? Het onderwerp is onderwijs voor een nieuwe generatie, en dan gaat het met name om de iPad-scholen die Maurice de Hond wil introduceren in Nederland.
Mag ik zelf weten, krijg de opdracht straks pas maar ik weet dus ongeveer wel waar het over zal gaan. Ik ben tegen, heb daar de meeste argumenten voor.
Ik weet niet of er hier nog specialisten ter zake zijn, maar ik kan het maar proberen:
Een kritiek die er al vlug kwam, vooral op basis van simplificaties die latere marxisten hadden gemaakt, was dat niet de economie alleen de sleutel kon zijn om situaties in de geschiedenis te begrijpen. Engels reageerde hierop dat de onderbouw in laatste instantie bepalend is voor de bovenbouw, maar verder gewoon in dialectische relatie staat. Hoe dit in de praktijk dan te werk gaat blijft echter raadselachtig.
Ontstaat er geen paradox wanneer men een relatie dialectisch noemt enerzijds, terwijl anderzijds één element in die relatie doorslaggevend blijkt te zijn?