The Legend of Arrav - deel 1

Dit verhaal is een vertaling van het gelijknamige verhaal op uit de Lores-sectie van RuneScape.


Onbekende auteur, herdruk van de rol genaamd Arrav uit Avarrocka, de Held der Mannen
Originele datum van schrijven onbekend

Intro

De legende van Arrav is bijna het document van de grondlegging van Varrock. In oude tijden, toen de mensen voor het eerst in deze streek kwamen, stichtten zij de stad Avarrocka, waar Varrock nu staat. Arrav was hun eerste en grootste held.

Dit lange verhaal vertelt hoe Arrav is gekomen, hoe hij zichzelf als man gedroeg en hoe de verdoemenis hem te pakken kreeg. In duistere, onzekere tijden zien de mensen van Varrock dit verhaal nog steeds als een baken van hoop, omdat mensen, in de tijden van voor de kracht van de runes, zich met dit document tegen de verschrikkingen van de Necromancer konden verdedigen. Nu kunnen we ons dus zeker beschermen.

-Reldo

De kindertijd van een held

De legende vertelt dat er een machtige held dichtbij de stad die we nu Varrock noemen, was geboren, maar er zijn nooit gegevens over zijn geboorte of ouders gevonden. Een trekkende groep reizigers die bescherming zochten tegen de goblins en ogres die deze streek teisterden, vond een mensenkind toen ze de rivier op een dag volgden waarop de zon en de maan beide aan de hemel verschenen.

Het kind was groot voor zijn leeftijd en hij had donkere ogen en een felle uitstraling, maar een goede huid en haar en de glimlach van een kind. De oudsten van de stam zagen dit kind als een goed voorteken en ze besloten om op deze plaats een kamp op te slaan. Ze noemden het kamp Avarrocka. Het kind werd naar het kamp gebracht en als hun eigen kind opgevoed. Ze leerden hem hoe hij moest jagen, hoe hij gewassen moest verbouwen en hoe hij moest doden, omdat de tijd van deze legende hard en wreed was.

De beste jager van de stam leerde de jongeling de ware jachtvaardigheden. Hij leerde hem stil te zijn, de delen van dieren die ziek maakten en verwijderd moesten worden voordat er gegeten kon worden, waar hij de wind en wateren in moest gaan zodat dieren de aanwezigheid van de jager niet konden merken en hoe hij zijn prooi in de bossen moest vinden waar ze zich doorheen bewogen. Het kind was beter toebedeeld dan de andere jongvolwassenen. Hij was ook een hoofd groter. Toen de tijd rijp was dat de jongeman alleen op zijn eerste dier kon jagen, bracht het kind een grote hertenbok mee naar het kamp, die een mooie witte huid en diepe rode ogen had. De ouderen zagen dit als een goed voorteken.

De beste jager van de stam leerde de jongeling het betekening van akkerbouw goed, op welke tijd van de kalender de zaden het beste groeiden, de veranderingen in de wolken die optraden en voorspelden hoe de gewassen zouden groeien en welke gewassen hij bij elkaar moest zetten om te voorkomen dat de onspruitende gewassen op werden gegeten door vogels en ongedierte van het land. Toen het tijd was om de gewassen te oogsten, stond iedereen versteld van de hoogte van het graan dat het kind had verbouwd en de sappigheid van zijn fruit. De ouderen zagen dit als goed voorteken voor het dorp.

Toen de beste krijger uit de stam de jongeling leerde hoe hij moest vechten, was iedereen verbaasd over de dapperheid van het kind, aangezien het leek alsof hij met getrokken zwaard was geboren. Zijn kracht en snelheid waren gelijk aan die van mannen die twee maal groter en ouder waren. De ouderen van het dorp zagen hoe gelukkig zij moesten zijn dat zo’n grootse krijger aan hen was afgeleverd.

Zo kwam het tiende jaar na de vondst van het kind. Alle schattingen namen het kind voor rond de twaalf jaar aan, maar toch had het kind nog geen naam. De ouderen besloten het kind op een queeste te sturen om een naam te vinden, omdat ze de jongeman niet veel langer “kind” meer konden noemen. Ze zeiden tegen hem “gaat heen en breng een naam waarmee jouw mensen je kunnen kennen.” Zo verliet het kind de streek rond het dorpje voor de eerste keer sinds hij was gevonden.

Het kind dwaalde ver. Hij volgde de rivieren en heuvels en wolken en sterren om zijn naam te vinden. Na een aantal dagen, kwam hij bij een kampement van goblins die het dorp Avarrocka hadden ontdekt. Zij smeedden plannen om het dorpje zich in een nachtelijke aanval eigen te maken. Toen de goblins hem zagen, riepen ze in hun eigen taal “arrav” tegen hem, terwijl ze hem aanvallen. Ze riepen nog luider “arrav” toen hij ze versloeg. Het werd geroepen door individuen en door groepen, totdat ze allemaal dood of verslagen op de grond lagen.

Zo keerde het kind terug naar Avarrocka en de ouders vroegen hem of hij zijn naam al had gevonden. Het kind vertelde het verhaal van het goblinkampement en hoe hun moorddadige plannen waren verijdeld door het geluk dat hij hun had gevonden en zijn vermogen om tegen hun te vechten. Een van de wijzen zei tegen hem:

“Jouw naam, kind, is nu Arrav, omdat het de naam is die het lot aan jou heeft gegeven. Het is een vervloeking in de goblintaal. Het lot heeft besloten dat jouw echte naam een vloek voor goblins is, aangezien dat is wat jij werkelijk bent.” Iedereen was het er mee eens dat dit een goede naam was en er was veel blijdschap dat het zwaard en het vuur het dorp voorbij was gegaan.

Terwijl Arrav groeide, groeide het dorpje Avarrocka, aangezien het op vruchtbaar land gelegen was. Het werd een bloeiend dorp. Terwijl de verhalen over Arravs overwinning op de goblins zich onder mensen en goblins verspreidden, groeide het dorpje groter, omdat mensen er kwamen om er in vrede te leven. De goblins bleven weg, omdat ze Arrav, de Vloek der Goblins, vreesden.


Vervolg: The Legend of Arrav - deel 2.

Ga terug naar Lores

Over deze pagina

Heb je een verbetering voor deze pagina? Stel een wijziging voor!

Lunagang maakt gebruik van cookies voor het opslaan van instellingen, het verzamelen van statistieken en om passende advertenties weer te geven. Door deze balk weg te klikken of de website blijven te gebruiken, ga je akkoord met ons cookiebeleid.