The Legend of Arrav - deel 2

Dit verhaal is een vertaling van het gelijknamige verhaal op uit de Lores-sectie van RuneScape.


Onbekende auteur, herdruk van de rol genaamd Arrav uit Avarrocka, de Held der Mannen
Originele datum van schrijven onbekend

Intro

Op een nacht, toen Arrav naar dromenland was afgereisd, kwam hij een man tegen, die geheel in zwart gehuld was, een bleek gezicht had en in een duister gelaat gehuld was. Ook al wist Arrav dat hij in dromenland was, waar dingen niet zijn wat ze lijken, was deze man anders van de andere reizigers die hij tegen was gekomen. Hij sprak hem aan bij zijn naam:

“Ik ken je, Arrav van Avarrocka, Vloek der Goblins, Jager van de Witte Hertenbok, Kind van de Zon en de Maan. Ik ken je en ik ben niet bang voor je. Ik ben Zemouregal van de Mahjarrat en deze streek behoort aan mij. Ik heb onze toekomst gezien, omdat ze verstrengeld met elkaar zijn, en deze eindigt  met jouw totale verwoesting door mijn hand. Je zult mij eeuwig als slaaf dienen en de stad waar je zo veel van houdt, zal door jouw eigen hand worden verwoest.”

Toen Arrav wakker werd, was hij erg bang, omdat hij niet wist hoe hij een vijand die hem in dromenland kon uitdagen, moest bevechten. Het zorgde ervoor dat hij de gebeurtenissen uit de dromen herinnerde, die normaal gesproken verdwijnen naarmate de uren na ontwaking verstrijken. Daarom pleegde Arrav de oudsten raad.

De stamoudsten konden Arrav niet uitleggen hoe zo’n man hem in dromenland kon ontmoeten en werden verteerd door ongerustheid.

Zeven dagen en nachten spraken de ouderen over Arravs ontmoeting in dromenland en ze waren het er allemaal mee eens dat dit een slecht voorteken was en dat Arrav niet in Avarrocka kon blijven, omdat rampspoed dan de stad die het inmiddels was geworden, zou treffen. Ze besloten Arrav op een zoektocht te sturen, die hij nooit kon voltooien, om hun stad de wrok van de onheilspellende en vreselijke man te besparen. Door Arravs kracht en wijsheid kon hem geen normale zoektocht worden gegeven, omdat hij gemakkelijk elke vijand kon overwinnen en elk voorwerp kon bemachtigen.

In de zevende nacht sprak de oudste van de oudsten. Hij herinnerde zich vaag een verhaal uit zijn jeugd over een fabuleus schild dat niet in deze wereld thuishoorde, dat tegen bijna elke aanval was opgewassen, maar waarvan de herkomst onbekend was. Toen de ouderen dit verhaal hoorden, waren ze verbaasd, omdat niemand ooit zo’n verhaal had gehoord en ze zich erover verbaasden hoe deze oude man dit verhaal uit een ver verleden zo goed kon herinneren. In werkelijkheid kon de oude zelf ook niet uitleggen hoe deze herinnering zo duidelijk in zijn slaap was verschenen, maar ze waren het er allemaal mee eens dat dit de perfecte zoektocht was om Arrav uit Avarrocka te verwijderen en het hun tegen de voorspelling die ze vreesden, zou beschermen.

Een zeer vreemde ontmoeting

Dus kwam het moment dat de oudsten van Avarrocka Arrav over dit schild vertelden en dat het nodig was om de stad te beschermen. Arrav ging akkoord en begon zijn uitrusting voor zijn zoektocht klaar te maken. Met het zwaard dat hij bij zijn trainingen als kind had gekregen aan zijn zijde nam hij genoeg brood en gebraden vlees mee om zichzelf zeven dagen in de streken buiten Avarrocka te voorzien, waar de mannen bang waren om zich te vertonen, en hij passeerde het grensgebied van de stad en de streken eromheen.

Arrav was nog niet ver westelijk gegaan toen hij een vreemd huis tegen kwam, die omgeven was door mist. Hij vroeg zich af welk soort wezen op zo’n plaats kon verblijven en hij ging, nog niet bang, het huis binnen om drie mannen binnen te ontmoeten, die aan een  tafel discussieerden. De discussie was fel en merkten de binnenkomst van Arrav niet op.

De taal waarin ze spraken was vreemd en niet vertrouwd, maar toch kon hij op een of andere manier begrijpen waar ze over discussieerden. Het leek te gaan over wie de eigenaar van het huis was waar ze in waren. Hij begreep niet veel van de discussie, maar de eerste man was duidelijk aan het klagen over het feit dat de anderen het huis in zijn slaap hadden betreden en dat ze het huis hadden gestolen dat hij voor zichzelf had gebouwd.

Arrav vroeg zich af wat hij met de anderen bedoelde, maar toen merkte hij een aantal kleinere personen op, bijna te klein om op te merken, bijeengekropen in de schaduwen rond de tafel en ze kwetterden zo tegen elkaar dat ze elkaar door het lawaai niet konden horen. De geluiden en het gepraat van die plek baarden Arrav zorgen. Hij besloot om zijn weg te vervolgen en het huis achter hem te laten, omdat hij de dingen die hij had gezien hem zeer verontrustten. Arrav ging opnieuw westelijk en liet de geluiden van de discussie achter hem, totdat hij ze niet langer kon horen.

Een ontmoeting met de Imcando

De reis ging vele mijlen voort toen Arrav over het platteland dwaalde, op zoek naar wezens die meer over het schild wisten waarnaar hij zocht, over een grootse rivier die ogenschijnlijk helemaal van het noorden tot het zuiden stroomde, zo ver hij kon zien, en vlak langs een torenhoge, ondergesneeuwde berg. Aan de voet van deze ijzige berg ontmoette Arrav een soort die hij nog nooit had gezien; ze leken op mensen, maar waren veel korter en leken niet voor Arrav bang te zijn toen hij ze tegemoet trad.

Hij sprak met hen over het schild dat hij zocht en ook al ontkenden zij dat ze iets over het bestaan van zo’n voorwerp wisten, hij kon een behoedzame blik in hun ogen ontdekken die hem aan hun beweringen deed twijfelen. Arrav stond rechtop en vroeg hun naar wie ze waren. Zij vertelden hem: “wij zijn van het Imcando-geslacht, dat tot hier ver vandaan bekend staat om onze kennis op het gebied van wapens” en zij leken van hun stuk te zijn gebracht dat hij geen blijk van herkenning toonde.

Hij was er zeker van dat de dwergen meer over het schild dat hij zocht wisten. Arrav besloot om bij ze te blijven en hun vertrouwen te winnen, om zo misschien meer over de verblijfplaats van het schild te weten te komen dat hij beloofd had te vinden.

Er gingen vele maanden voorbij toen Arrav onder de dwergen was. Op een dag roep de leider van de Imcando Arrav bij zich.

“Jouw gewoontes zijn ons vreemd, Arrav van Avarrocka, maar wij zien de eer die je in je meedraagt. Toen je bij ons kwam, sprak je over een machtig schild. We weten dat je vermoed dat wij meer over het voorwerp weten en dat dit de reden is dat je hier bent gebleven. Wij hebben je onze gastvrijheid geboden en nu wij je beter hebben leren kennen, weten wij dat je een man van eer bent. Vertel ons waarom je dit schild zoekt, aangezien het één van onze grootste schatten is en wij niet kunnen toestaan dat het in de handen van onwaardigen valt.”

Arrav sprak over zijn ontmoeting met de in het zwart gehulde man in dromenland. Toen de naam Zemouregal viel, zag hij dat er een duistere schaduw op het gelaat van de oudere verscheen.

“Wij kennen dit wezen dat zich Zemouregal noemt. Hij probeert al vele jaren de controle over het schild te krijgen, omdat het een krachtig kunstvoorwerp is, dat hem enorme macht over alle soorten kan geven als hij in het bezit van het schild zou komen. Lang geleden hebben wij gezworen dat dit nooit mag gebeuren, omdat wij dwergen herinneringen hebben uit de tijd dat de goden over het land liepen. Wij willen zo’n verwoesting niet nog eens zien. Ook al weten wij dat je een man van grote eer en moed bent, jij kunt Zemouregal niet verslaan. We moeten hem nooit de kans geven om in het bezit van zo’n krachtig voorwerp te komen. Ik vrees dat hij jou en je geliefden heeft beïnvloed en  ik moet je vragen om te vertrekken, aangezien jouw continue aanwezigheid hem alleen maar op onze nederzetting wijzen.”

Het hart van Arrav was na deze woorden vervuld met droefnis, omdat hij er gewend aan was geraakt om tijd met de Imcando door te brengen en te leren hoe zij mijnden en smeden. Hij was zich desondanks bewust van de wijsheid van deze woorden. Toen de dwerg tegen hem sprak, realiseerde hij waarom de oudsten van Avarrocka hem op zijn zoektocht stuurden, omdat hun angst diezelfde was als die van de Imcando’s: dat Arrav niets anders dan voor rampspoed  en verdriet zou zorgen als hij in zo’n plaats zou blijven. Met een vermoeid hart zette Arrav zijn zoektocht voort, omdat hij wist dat hij het schild dat de oudsten zochten moest vinden, of hij nu wel of niet de medewerking van de Imcando had.


Vervolg: The Legend of Arrav - deel 3.

Ga terug naar Lores

Over deze pagina

Met dank aan Derkk voor bijdragen aan deze pagina.

Heb je een verbetering voor deze pagina? Stel een wijziging voor!

Lunagang maakt gebruik van cookies voor het opslaan van instellingen, het verzamelen van statistieken en om passende advertenties weer te geven. Door deze balk weg te klikken of de website blijven te gebruiken, ga je akkoord met ons cookiebeleid.